Toon Wanneer je een snaar aanslaat, hoor je een toon. Wanneer je een andere snaar aanslaat, of de snaar aanslaat terwijl je hem op een fret drukt, hoor je een andere toon. Er bestaan verschillende tonen. De ene toon kan hoger zijn dan de ander of lager. Er bestaan hoge tonen en lage tonen. Interval Het verschil in hoogte, de 'afstand' tussen tonen noemen wij het 'interval'. Het kleinste interval tussen twee verschillende tonen is de afstand van een halve toon. Op de gitaar zijn daarom frets aangebracht waarmee elke snaar is opgedeeld in halve toonsafstanden. Octaaf Als je een losse snaar aanslaat hoor je een toon. Wanneer je dezelfde snaar aanslaat terwijl je hem op een 12de fret drukt, hoor je dezelfde toon (of eigenlijk een hogere versie van die toon). Die twee tonen hebben daarom ook dezelfde naam. Dus als de losse snaar A heet, dan heet de toon op de 12de fret ook A. Het interval tussen deze twee tonen is één octaaf. Toonladder Een toonladder is rij van tonen die in stapjes loopt vanaf de eerste toon tot de herhaling van die toon in het volgende octaaf. De grootte van de stappen tussen de tonen van de toonladder hoeft niet altijd hetzelfde te zijn. Een toonladder kan bijvoorbeeld bestaan uit stapjes van halve toonsafstanden, hele toonsafstanden of halve en hele toonsafstanden door elkaar. Grondtoon De begintoon van de ladder noemen wij de grondtoon. Deze toon geeft zijn naam aan de toonladder. De toonladder van A heet dus zo omdat hij begint op de toon A. Chromatische toonladder De toonladder die bestaat uit 12 stapjes van een halve toonsafstand heet de 'chromatische toonladder'. De verdeling van hele en halve tonen is als volgt: * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * 1/2 * Hele Toons toonladder De toonladder die alleen bestaat uit 6 stappen van één hele toonsafstand heet de 'hele toons toonladder'. De verdeling van hele en halve tonen is als volgt: * 1 * 1 * 1 * 1 * 1 * Diatonische toonladders. Een toonladder met afwisseling van hele en halve toonsafstanden heet een 'diatonische toonladder'. Er zijn verschillende combinaties mogelijk die heel goed klinken. Er zijn dus verschillende diatonische toonladders met elk hun eigen verdeling van halve en hele toonsafstanden. De Majeur toonladder en de mineur toonladder zijn de belangrijkste diatonische toonladders. Deze toonladders bestaat uit 7 verschillende tonen. Majeur toonladder De verdeling van hele en halve tonen is als volgt: * 1 * 1 * 1/2 * 1 * 1 * 1 * 1/2 * Mineur Oorspronkelijk toonladder De verdeling van hele en halve tonen is als volgt: * 1 * 1/2 * 1 * 1 * 1/2 * 1 * 1 * Mineur Harmonisch Deze toonladder is gelijk aan mineur Oorspronkelijk maar de 7de trap is met een halve toon verhoogd. Tussen de 7de en 8ste toon ontstaat daardoor een halve toonsafstand, net als bij de Majeur toonladder. Opvallend is de afstand van 1,5 toon die nu ontstaat tussen de 6de en 7de toon. De verdeling van hele en halve tonen is als volgt: * 1 * 1/2 * 1 * 1 * 1/2 * 1,5 * 1/2 * Mineur Melodisch De afstand van 1,5 toon die bij mineur Harmonisch was ontstaan tussen de 6de en 7de toon is nu aangepast door ook de 6de toon te verhogen. De verdeling van hele en halve tonen is als volgt: * 1 * 1/2 * 1 * 1 * 1 * 1 * 1/2 * De namen van de Tonen De namen van de tonen zijn A B C D E F G. Op G volgt weer A. Deze groep tonen heten de 'stamtonen'. Verhogingen worden aangegeven door het achtervoegsel 'is'. Dus Ais Bis Cis Dis Eis Fis Gis In het notenschrift gebruiken wij als verhogingsteken een kruis #. Verlagingen worden aangegeven door het achtervoegsel 'es' of, na een klinker, door een enkele 's'. Dus As Bes Ces Des Es Fes Ges In het notenschrift gebruiken wij als verlagingsteken een mol b. De verdeling van halve en hele tonen tussen de stamtonen is als volgt: A 1 B 1/2 C 1 D 1 E 1/2 F 1 G 1 A Merk op dat de afstand tussen E, F en B, C een halve toon is. (Eet Friet Bij Corry) De chromatische toonladder in notennamen ziet er als volgt uit: stijgend: A Ais B C Cis D Dis E F Fis G Gis A dalend: A As G Ges F E Es D Des C B Bes A _________________________________________________________________ Diatonische toonladders opschrijven Ga als volgt te werk: Stap 1. Schrijf het schema van hele en halve tonen op. voorbeeld: * 1 * 1 * 1/2 * 1 * 1 * 1 * 1/2 * Stap 2. Noteer de stamtonen op de plaats van de *. voorbeeld:A 1 B 1 C 1/2 D 1 E 1 F 1 G 1/2 A Stap 3. Controleer of de toonsafstanden correct zijn en plaats als dat nodig is verhogings- of verlagingstekens. voorbeeld: A 1 B 1 Cis 1/2 D 1 E 1 Fis 1 Gis 1/2 A of: A 1 B 1 C# 1/2 D 1 E 1 F# 1 G# 1/2 A Opdrachten 1. Schrijf de Majeur toonladder op van C, G, D, A, E, F, Bes, Es en As. 2. Schrijf de Mineur Oorspronkelijk toonladder op van A, E, B, Fis, Cis, D, G, C en F. 3. Copyeer deze Mineurtoonladders en wijzig ze allemaal in Mineur Harmonisch. 4. Copyeer deze Mineurtoonladders en wijzig ze allemaal in Mineur Melodisch. Parallel Mineur Wanneer je de toonladders van C Majeur en A Mineur Oorspronkelijk met elkaar vergelijkt, zie je dat ze uit dezelfde tonen bestaan: C D E F G A B C A B C D E F G A De toonladder van A Mineur Oorspronkelijk is daarom de Parallel Mineur van de toonladder van C Majeur. Opdracht: 1. Geef de Parallel Mineur van de majeur toonladders van C, G, D, A, E, F, Bes, Es en As. _________________________________________________________________ Akkoorden Een akkoord is een samenklank van 2 of meer tonen. Een akkoord dat bestaat uit 2 verschillende tonen heet een 2-klank. Een akkoord dat bestaat uit 3 verschillende tonen heet een 3-klank. Hoe zou een akkoord heten dat bestaat uit 4 verschillende tonen? Laddereigen Akkoorden Je kunt akkoorden afleiden uit een toonladder. Ga als volgt te werk: Stap 1. Schrijf een toonladder op over 3 octaven: bijvoorbeeld: C D E F G A B C D E F G A B C D E F G A B C Stap 2. Streep elke 2de toon door: bijvoorbeeld: C - E - G - B - D - F - A - C - E - G - B - Stap 3. Schrijf nu de toonladder op in verticale richting. (1ste regel C, 2de regel D enz.) Zet nu achter elke toon zijn 2 opvolgers uit stap 2. Bijvoorbeeld: C - E - G D - F - A E - G - B F - A - C G - B - D A - C - E B - D - F Je hebt nu de laddereigen 3-klanken van deze ladder opgeschreven. Stap 4. Schrijf nu ook de laddereigen 4-klanken op. Bijvoorbeeld: C - E - G - B D - F - A - C E - G - B - D F - A - C - E G - B - D - F A - C - E - G B - D - F - A Trappen Op elke toon van de toonladder vinden wij dus een laddereigen akkoord. De tonen in de toonladder noemen wij dan trappen. Bijvoorbeeld op de 2de trap in de toonladder van C vinden wij het akkoord D - F - A. De trappen noteren wij in romeinse cijfers: I II III IV V VI en VII Opdracht: 1. Schrijf de laddereigen 3-klanken op van de Majeur toonladder van C, G en F. 2. Schrijf de laddereigen 3-klanken op van de Mineur Oorspronkelijk toonladder op van A, E en D. 3. Geef de 3-klank van trap V in A Mineur Harmonisch. 4. Wat is het verschil tussen trap V in A Mineur Harmonisch en trap V in A Mineur Oorspronkelijk? De namen van de Akkoorden Een akkoord wordt in de eerste plaats genoemd naar de grondtoon, de toon waar het op gebouwd is, gevolgd door een aanduiding voor het type. Akkoord Type De verdeling van de afstanden tussen de opeenvolgende tonen waar een akkoord uit bestaat, is bepalend voor het akkoord type. Dit zijn de verschillende typen 3-klanken: majeur * 2 * 1,5 * bijvoorbeeld C - E - G naam C mineur * 1,5 * 2 * bijvoorbeeld A - C - E naam Am verminderd * 1,5 * 1,5 * bijvoorbeeld B - D - F naam B dim overmatig * 2 * 2 * bijvoorbeeld C - E - Gis naam C+ Dit zijn enkele typen 4-klanken: majeur 7 * 2 * 1,5 * 2 * bijvoorbeeld C - E - G - B naam C Maj7 dominant 7 * 2 * 1,5 * 1,5 * bijvoorbeeld C - E - G - Bes naam C7 mineur 7 * 1,5 * 2 * 1,5 * bijvoorbeeld A - C - E - G naam Am7 Opdracht: 1. Noteer bij de 3-klanken uit de vorige opdracht de toonsafstanden tussen de tonen. 2. Noteer de naam bij elke 3-klank. _________________________________________________________________ Toonsoort Met de tonen van een toonladder kun je een melodie componeren. Deze melodie is te begeleiden met de laddereigen akkoorden van die toonladder. Zo onstaat een muziekstuk waar duidelijk aan te horen is op welke toonladder het is gebaseerd. De naam van die toonladder is dan de Toonsoort van het stuk. De Toonsoort kan majeur of mineur zijn. Er zijn dus 24 toonsoorten namelijk 12 majeur en 12 mineur toonsoorten. Omdat de Mineur ladder parallel loopt aan de Majeur ladder lijkt het moeilijk om het onderscheid te bepalen tussen de majeur en mineur toonsoort in een compositie. In een melodie worden de tonen van de ladder immers door elkaar gehusseld en niet alleen maar netjes vanuit de grondtoon naar boven en beneden gespeeld. Ook ontstaan uit de Majeur ladder en zijn Parallel Mineur dezelfde akkoorden. Toch kun je vaak duidelijk vaststellen of een compositie is gebaseerd op een majeur of op een mineur toonladder. Leidtoon In de majeur toonladder is de afstand tussen de 7de en 8ste toon een halve toonsafstand. In een melodie leidt deze 7de toon daarom naar de 8ste toon. De zevende toon wordt dan de leidtoon genoemd. Door gebruik te maken van deze leidtoon wordt de 8ste toon bevestigd als grondtoon. In de oorspronkelijke mineur toonladder is de afstand tussen de 7de en 8ste toon een hele toonsafstand. Het is dan niet mogelijk de grondtoon te bevestigen door de leidtoonwerking toe te passen. De oplossing is dan de 7de toon met een halve toonsafstand te verhogen. Zo ontstaat de ladder van harmonisch mineur met een leidtoon naar de grondtoon. Hoofd- en neventrappen De toonsoort is duidelijk hoorbaar te maken door de grondtoon in de begeleiding te spelen. Elke willekeurige bastoon zal van nature in de eerste plaats herkend worden als grondtoon. Dus wanneer in de begeleiding de grondtoon van de toonladder als bas wordt gebruikt, is de toonsoort heel eenvoudig te herkennen. Op de grondtoon in een majeur toonladder staat een majeur akkoord. Op trap IV en V staan ook majeurakkoorden. In mineur staan juist mineurakkoorden op I, IV en V. De trappen I, IV en V noemen wij de hoofdtrappen. De akkoorden op II, III, VI en VII zijn de neventrappen. Wanneer voor de begeleiding van een melodie gebruik wordt gemaakt van de hoofdtrappen, is de toonsoort dus heel duidelijk te herkennen. Opdracht: 1. Speel een bekende melodie en zoek uit in welke toonsoort hij staat. 2. Schrijf het akkoordenschema op van enkele nummers die je kent. Zet de trappen erbij. In welke toonsoort staat nummer? 3. Zet een melodie en een akkoordenschema in een hogere of lagere toonsoort en leg uit waarom het handig is dat je nu weet hoe je dit moet doen. _________________________________________________________________ Improviseren Wanneer een akkoordenschema is opgebouwd uit laddereigen akkoorden, is het logisch dat een melodie die gemaakt is met tonen uit die ladder overwegend goed zal klinken samen met dat akkoordenschema. Die kennis gebruik je bij het improviseren. Je bepaalt dus eerst wat de toonsoort is van het akkoordenschema en vervolgens gebruik je de corresponderende toonladder voor improvisatie over dat schema. Majeur Pentatonisch Wanneer je uit de Majeur toonladder de 4de en de 7de toon weglaat, hou je nog maar 5 tonen over. Deze reeks heet daarom de Majeur Pentatonische toonladder. Deze ladder bestaat uit toonsafstanden van hele en anderhalve tonen. De verdeling van hele en anderhalve tonen is als volgt: * 1 * 1 * 1,5 * 1 * 1,5 * bijvoorbeeld: C 1 D 1 E 1,5 G 1 A 1,5 C Mineur Pentatonisch Wanneer je uit de mineur toonladder de 2de en de 6de toon weglaat, ontstaat de Mineur Pentatonische toonladder. De verdeling van hele en anderhalve tonen is als volgt: * 1,5 * 1 * 1 * 1,5 * 1 * bijvoorbeeld: A 1,5 C 1 D 1 E 1,5 G 1 A De pentatonische ladders lopen dus ook parallel. voorbeeld: C D E G A C A C D E G A Improviseren met pentatonische ladders De pentatonische ladder is heel geschikt voor improvisatie. Want door het ontbreken van leidtonen ontstaan melodieen die over verschillende akkoorden te spelen zijn zonder al te veel te wringen of te dwingen. Bij het selecteren van een pentatonische ladder voor improvisatie, hoef je dus geen rekening te houden met de akkoorden. Je kiest gewoon de ladder die past bij de toonsoort van het stuk en daar improviseer je mee. Welke ladder bij welke toonsoort? Is de toonsoort mineur, gebruik dan Mineur Pentatonisch. Is de toonsoort majeur, gebruik dan Majeur Pentatonisch of Mineur Pentatonisch of allebei. Mineur Pentatonisch over Toonsoort Majeur?!? Als toonsoort majeur is, klinkt Majeur Pentatonisch correct. Toch klinkt het ook goed als je over hetzelfde majeur-schema Mineur Pentatonisch speelt. Het klint het anders, meer naar Blues. Daarom wordt Mineur Pentatonisch ook wel de Bluesladder genoemd. Opdracht 1. Experimenteer met Mineur Pentatonisch over een schema in mineur. 2. Experimenteer met Majeur Pentatonisch over een schema in majeur. 3. Experimenteer over een schema in majeur met zowel Mineur Pentatonisch als Majeur Pentatonisch. 4. Waarom is de Mineur Pentatonische toonladder zo populair?